Vader overlijdt in het jaar 2000. Zijn dochter is enig erfgenaam. In juni 2014 dient ze voor de inkomstenbelasting een verklaring vrijwillige verbetering in. Ze geeft daarin buitenlands vermogen aan dat ze in 2000 door vererving heeft verkregen. Het betreft geld op een bankrekening in Duitsland, dat later is overgebracht naar Zwitserland. De Belastingdienst legt in januari 2016 een navorderingsaanslag successierecht op over het jaar 2000. Kan dat?

Edelweisswetgeving
Met ingang van 2012 kan de Belastingdienst onbeperkt erfbelasting navorderen over buitenlands vermogen. De daarvoor bestaande termijn van twaalf jaar kon immers worden omzeild door pas na die twaalf jaar openheid van zaken te geven. De wet kent een zekere terugwerkende kracht die mogelijk in strijd is met Europese wetgeving. Daarop beroept de dochter zich in deze zaak.

Oordeel rechter
In dit geval is het buitenlandse vermogen van vader in 2000 bewust buiten de aangifte recht van successie gelaten. De dochter is namelijk enig erfgenaam, de buitenlandse bankrekening staat op haar naam en ze heeft een deel van het vermogen in de tussenliggende jaren consumptief besteed. Bovendien is ze pas veertien jaar na het overlijden ingekeerd. Daarom komt haar geen recht toe zich te beroepen op een mogelijk verbod op terugwerkende kracht.  

De wet is volgens de rechter met de nodige waarborgen omkleed. Zou de wetgever, in plaats van een onbeperkte navorderingstermijn, hebben gekozen voor een langere termijn dan twaalf jaar, dan valt niet uit te sluiten, dat ook dan wordt gekozen voor het ‘uitzweten’ van deze langere termijn.

Bovendien vindt de rechter in dit geval de navorderingstermijn, die neerkomt op iets meer dan 15,5 jaar, alleszins aanvaardbaar.

Tip: Het kan u gebeuren, u erft buitenlands vermogen dat de erflater nooit had aangegeven. Dat betekent nog niet dat u het zomaar buiten uw aangiften kunt laten. Bespreek de situatie tijdig met uw fiscaal adviseur.