Een echtpaar exploiteert een Bed and Breakfast (B&B). In hun woning hebben ze een apart B&B-gedeelte laten maken met een eigen opgang. Gasten gebruiken daar het ontbijt in een gezamenlijke ruimte met kitchenette. De drie gastenkamers zijn elk voorzien van een koelkast, een douchecabine, wastafel en toilet. De Belastingdienst schrapt de geclaimde investeringsaftrek – bijna € 16.000 – over de investeringen in het B&B-deel. Terecht?

Wet
Volgens de wet behoren voor de investeringsaftrek niet tot de bedrijfsmiddelen: woonhuizen met inbegrip van de gedeelten van andere zaken die dienen voor bewoning. De vraag is nu of de gastenkamers in het B&B-deel als woonhuis of woongedeelte zijn aan te merken.

Rechter toetst deze situatie aan de wet
Volgens de rechter gaat het er om of de gastenkamers gedeelten van de opstal zijn die naar aard en inrichting woningen zijn, en zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt. En dat is niet het geval.

Gelet op de beperkte ruimte in de gastenkamers en de minimale faciliteiten is niet aannemelijk dat de gasten langere tijd in de kamers kunnen verblijven en deze, al dan niet tijdelijk, als woning kunnen gebruiken. De gastenkamers in deze B&B hebben namelijk niet elk een afzonderlijke toegang en geen eigen kookgelegenheid. Zelfstandig wonen is daarom niet mogelijk. De kamers worden ook niet als woning ter beschikking gesteld.

De Belastingdienst heeft dus ten onrechte de investeringsaftrek geschrapt.

Tip: De inrichting van uw B&B, de toegang, maar ook de manier waarop u deze in de markt zet, bepalen of u voor de investeringen recht heeft op investeringsaftrek.