Starters op de woningmarkt krijgen te maken met hoge huizenprijzen. De lage rentestand heeft geleid tot een toename van particuliere beleggers die woningen verhuren. Mogelijk heeft dit een ongewenst  prijsverhogend effect. De minister van Binnenlandse Zaken heeft hierover Kamervragen beantwoordt.

Vraag zes
Voor verhuurders van woningen is vooral vraag zes interessant: bent u bereid huurinkomsten steviger te belasten, zodat het veel te aantrekkelijke fiscale buy-to-let regime wordt aangepast en mensen een eerlijke kans krijgen hun eerste woning te kopen?

Antwoord
Het kabinet heeft op 6 september 2019 de contouren geschetst van een aanpassing van box 3, waarin voor het eerst zal worden gerekend met de werkelijke verhouding van spaargeld, beleggingen en schulden per belastingplichtige. Spaarders worden in het nieuwe stelsel aanzienlijk minder zwaar belast terwijl beleggers – zoals beleggers in woningen – juist zwaarder zullen worden belast. Doordat schulden in het nieuwe stelsel tegen een eigen forfaitaire debetrente aftrekbaar zullen zijn, wordt het voor beleggers fiscaal minder aantrekkelijk om hun beleggingen in box 3 met schulden te financieren.

Daarnaast wordt op dit moment, in het kader van de bouwstenen voor de verbetering van het belastingstelsel, nader gestalte gegeven aan eerdere toezeggingen om onderzoek te doen naar een andere wijze van belastingheffing over huurinkomsten uit onroerende zaken.

Tip: De aangekondigde wijzigingen per 1 januari 2022 voor inkomsten uit vermogen zijn dus voor verhuur van onroerende zaken mogelijk niet het eindplaatje. We houden u op de hoogte.