Op 5 maart 2021 heeft de Staatssecretaris van Financiën voor MKB-bedrijven enkele nieuwe goedkeuringen in verband met de coronacrisis gegeven. Hierna gaan we in op het gebruikelijk loon voor ondernemers met BV, het urencriterium voor ondernemers zonder BV en de werkkostenregeling voor werkgevers.

Gebruikelijk loon van ondernemers met BV
Voor aanmerkelijkbelanghouders (DGA’s) geldt de gebruikelijkloonregeling. Deze regeling bepaalt hoe hoog het loon van de aanmerkelijkbelanghouder minimaal moet zijn. Over dat bedrag houdt u loonheffingen in, ook als uw onderneming minder of geen omzet behaalt. Hebt u als gevolg van de coronacrisis te maken met een omzetdaling? Dan mag u voor uw aangiften loonheffingen over 2021 het gebruikelijk loon lager vaststellen.

Onder voorwaarden kan de aanmerkelijk belangaandeelhouder het gebruikelijk loon over 2021 als volgt bepalen. Het gaat daarbij om de omzet exclusief de omzetbelasting.

Gebruikelijk loon 2021 = A x B/C, mits B/C ≤ 0,70
A = het gebruikelijk loon over 2019
B = de omzet over 2021
C = de omzet over 2019

Voor de verlaging moet u in 2021 ten opzichte van 2019 dus een omzetverlies van minimaal 30% hebben geleden.

Voor deze goedkeuring geld en verder de volgende drie voorwaarden:

  • De rekening-courantschuld of het dividend neemt niet toe als gevolg van het lagere gebruikelijk loon.
  • Als de aanmerkelijk belanghouder feitelijk meer loon heeft genoten dan volgt uit de bovenstaande berekeningen, geldt dat hogere loon. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als een B.V. voor deze werknemer gebruikmaakt van de NOW. Een eventuele uitkering op grond van de TOZO heeft geen gevolgen voor het gebruikelijk loon.
  • Deze goedkeuring geldt niet voor zover de omzet in het jaar 2019, 2020 of 2021 beïnvloed is door andere bijzondere oorzaken, zoals oprichting, staking, fusie, splitsing en bijzondere resultaten.

 

Urencriterium voor ondernemers zonder BV

Bent u ondernemer voor de inkomstenbelasting? Voor bepaalde aftrekposten (zoals de zelfstandigenaftrek, de meewerkaftrek en de oudedagsreserve) moet u voldoen aan het urencriterium. Dat houdt in dat u ten minste 1.225 uren per kalenderjaar besteedt aan werkzaamheden voor uw onderneming. Door de coronacrisis kunt u in 2021 misschien niet voldoen aan dit criterium. En dan zou u niet meer gebruik mogen maken van de aftrekposten.

Om dit risico te beperken, mag u er voor uw aangifte inkomstenbelasting voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 van uitgaan dat u in die periode ten minste 24 uur per week aan uw onderneming hebt besteed. Ook als u dat niet werkelijk hebt gedaan.

Bent u (deels) arbeidsongeschikt? Dan geldt voor de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid een urencriterium van 800 uur per kalenderjaar. In dat geval mag u er voor uw aangifte inkomstenbelasting van uitgaan dat u in die periode ten minste 16 uur per week aan uw onderneming hebt besteed.

Bent u een seizoengebonden ondernemer? En ligt de piek van uw werkzaamheden normaal juist in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021? Dan mag u ervan uitgaan dat u in 2021 in deze periode evenveel uren hebt gewerkt als in 2019. De uren over 2019 moet u wel aannemelijk kunnen maken.

Werkkostenregeling voor werkgevers
U mag onder de werkkostenregeling een gedeelte van uw fiscale loon besteden aan onbelaste vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen voor uw werknemers. Dat is de vrije ruimte. De vrije ruimte over uw fiscale loon tot en met € 400.000 is in 2021 verhoogd van 1,7% naar 3%. Dit biedt u, als u daarvoor de financiële ruimte hebt, de mogelijkheid om uw werknemers in deze moeilijke tijd extra tegemoet te komen, bijvoorbeeld met een bloemetje of een cadeaubon. Over het bedrag van de loonsom boven € 400.000 blijft de vrije ruimte in 2021 1,18%.